De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Op de Diestersedijk wordt volgende maatregel ingevoegd:
Op de Diestersedijk ter hoogte van de fietssnelweg moeten alle bestuurders voorrang verlenen aan gebruikers van de fietssnelweg. Fietsers en speed pedelecs rijden in twee rijrichtingen op de fietssnelweg.
Dit wordt gesignaleerd met verkeersborden B1 met onderbord M10.
Op de fietssnelweg F74 wordt volgende maatregel ingevoerd:
Fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A moeten het fietspad volgen, voor zover het in de door hen gevolgde rijrichting is gesignaleerd.
Dit wordt gesignaleerd d.m.v. verkeersborden D7.
Dit reglement treedt in werking na de werken aan de oversteekplaats.