2022_RMW_00032 - Verpachtingen door OCMW Peer: omzetting mondelinge verpachtingen naar respectieve schriftelijke overeenkomsten - pachtvoorwaarden. - Keuring

• De huidige landverpachtingen door het OCMW Peer (+ Stad Peer) werden in het verleden steeds mondeling overeengekomen daar waar de Pachtwet al sedert 1988 een schriftelijke overeenkomst oplegt.
• Er is daardoor weinig eenduidigheid over wie welke percelen precies in pacht heeft en welke de correcte pachtprijs daartoe betreft conform de door deze landbouwers in gebruik genomen oppervlakte aan OCMW-eigendom. 
• Het betreft twee betalende pachters, meer specifiek de heren D. Vandercruys en B. Lemmens. 
• Teneinde te kunnen onderzoeken wie welke OCMW-percelen gebruikt en dus in pacht nam werd de verzamelaanvraag van iedere betrokken landbouwer/pachter opgevraagd.
• Op basis van de betalingsbewijzen (inkomsten OCMW) en dit bewijs van landbouwactiviteit (laatste 3 jaren) kan thans een pachtdossier ter opmaak van de nodige schriftelijke overeenkomst opgestart worden.
• De verschuldigde pachtprijs kan berekend worden op basis van het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van het verpachte goed vermenigvuldigd met een coëfficiënt die per landbouwstreek en per provincie vastgesteld wordt door een provinciale pachtprijzencommissie. De pachtprijzencommissies stellen de pachtprijzencoëfficiënten om de drie jaar vast. 

4 november 1969. - Burgerlijk wetboek -Boek III - Titel VIII - Hoofdstuk II, afdeling 3: Regels betreffende de pacht in het bijzonder.

• De lopende twee verpachtingen met de huidige betalende dus gekende pachters zullen dus omgezet dienen te worden in een schriftelijke verpachting.
• De opmaak van een ontwerpovereenkomst en bijhorende planschets met kleuraanduiding van de verpachte goederen cfr. de door de landbouwers ingediende verzamelaanvragen, is noodzakelijk.
• Dergelijke planschets met vermelding van de ligging/perceelnummer en de kadastrale oppervlakte van de OCMW-percelen per pachter is thans voorhanden en beide planschetsen werden bijgevoegd. Bijgevolg kan dit aan de respectieve pachtovereenkomst gehecht worden teneinde er één geheel mee te vormen. 
• Nu de in gebruik genomen oppervlakte en percelen gekend zijn, kan ook de correct verschuldigde jaarlijkse pachtprijs berekend en ingevorderd worden. Voor pachter B. Lemmens bedraagt die vergoeding momenteel 91,00 euro per jaar; voor pachter D. Vandercruys 63,00 euro.
• Bij een initiële duurtijd van meer dan 9 jaren is het verlijden van een notariële pachtakte vereist waardoor de kosten van dergelijk pachtdossier hoger oplopen. Bij een duurtijd van max. 9 pachtjaren kan de nodige onderhandse overeenkomst door het OCMW zelf opgesteld worden, waarbij de Raad voor Maatschappelijk Welzijn de globale pachtvoorwaarden ter zake bepaalt en het Vast Bureau vervolgens de respectieve overeenkomsten afsluit. Deze duurtijd van 9 jaren kan vervolgens stilzwijgend verlengd worden met een nieuwe periode van 9 jaren indien er geen geldige opzegging door één van de partijen wordt gedaan cfr. de geldende wetgeving.
• Bijgevoegd het basisontwerp van pachtovereenkomst, aldus telkens nog aan te vullen per pachter en de door hem in pacht genomen percelen, gevolgd door een goedkeuring en ondertekening door het Vast Bureau.
• De kosten verbonden aan de registratie van de onderhandse pachtovereenkomst vallen ten laste van de betreffende pachter; de aanbieding ter registratie van deze stukken bij het kantoor Rechtszekerheid gebeurt door het OCMW Peer.
• Het dossier kan aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voorgelegd worden ter goedkeuring van het voorliggend basisontwerp van pachtovereenkomst en aldus de verpachtingsvoorwaarden.